MELHORES MÚSICAS / MAIS TOCADAS
paul van vliet - alie van der zwan
Hebt ge het verhaal gehoord van Alie van der Zwan
De dochter van een Scheveningse reder
Ze was prachtig om te zien - alles zatter an
In het midden smal en hier en daar wat breder
Ze deinde langs de haven en ze deinde langs de zee
En als een visser van de visvangst was gekomen
Mochttie voor een maaltje nieuwe haring metter mee
Alie heeft gegeven en werd genomen
Door Dirk den Dulk en Maarten Vrolijk
Kees den Heyer en Jacob Pronk
Willem Knoester en Piet Jol
Het bed bij Van der Zwan was altijd vol
Wilder werd het leven van Alie van der Zwan
De dochter van de Scheveningse reder
Ze sliep elke nacht met weer een andere Scheveningse man
Want haar bed en haar moraal werden steeds breder
En als er een op zee bleef dan had ze 't even niet
En dacht: zo'n lekkere jongen, 't is toch zonde
Maar ze heeft op zulke dagen van kommer en verdriet
Altijd innig medeleven ondervonden
Van Dirk den Dulk en Maarten Vrolijk
Kees den Heyer en Jacob Pronk
Willem Knoester en Piet Jol
Het bed bij Van der Zwan was altijd vol
Op een nacht is Alie zelf buitengaats gegaan
Ze voer weg op de Scheveningen Tachtig
Maar er stak een sterke storm op en de golven rolden aan
En de windkracht, die was Alie veel te machtig
De Scheveningen Tachtig is met man en muis vergaan
En Alie werd verzwolgen door de baren
En in de kranten heeft een overlijdensbericht gestaan
Waarvan de ondertekenaars onder anderen waren
Dirk den Dulk en Maarten Vrolijk
Kees den Heyer en Jacob Pronk
Willem Knoester en Piet Jol
Want het hoekje in de avondkrant
Op bladzij zeven - zwart omrand
Was net zoals het ledikant
Van Alie van der Zwan - hartstikke vol
paul van vliet - als ik met stomheid ben geslagen
Als ik met stomheid ben geslagen
Door het nieuws van iedere dag
En niet meer huil of lach
Maar verbijsterd en geschrokken
Met mijn schouders opgetrokken
Op een bruikbaar antwoord wacht
Als ik met stomheid ben geslagen
Van geluk of van verdriet
En ik vind de woorden niet
Om dat in tekst te vangen
En mijn zinnen blijven hangen
In de leegte van de nacht
Als ik met stomheid ben geslagen
Door onze wereld, onze tijd
En ik ben de richting kwijt
En ik zou iets willen schrijven
Dat van waarde is en zal blijven
Een verhaal, een grap, een lied
En als mijn taal blijft steken
In een hallefzacht begin
In een opgebroken zin
En ik voel hoe het zou moeten
Maar ik blijf onmachtig wroeten
En ik vind de woorden niet
Vertel mijn verhaal dan maar zonder mijn woorden
Speel mijn geluk en speel mijn verdriet
Met vrolijke noten en warme akkoorden
Vertel mijn verhaal in jouw tekstloze lied
paul van vliet - a2
En de zon die ging onder en de zon die ging op
En ik zat in de file en het schoot maar niet op
En voordat het donker werd moest ik er zijn
Bij m'n liefje, m'n liefje in NieuwegeinIk had drie jaar gezeten voor oplichterij
In de Bijlemerbajes en toen kwam ik vrij
Ik was onschuldig veroordeeld - door niemand geloofd
Van m'n geld en m'n eer en m'n liefje beroofd
En dat lief had gezegd: ik heb drie jaar gewacht
Ik heb liggen woelen, haast iedere nacht
Maar als jij er vanavond voor tienen niet bent
Dan kan je het schudden - neem ik een andere vent
En de zon die ging op en de zon die ging neer
En bumper aan bumper en toen stopten we weer
En voordat het donker werd moest ik er zijn
Bij m'n liefje, m'n liefje in Nieuwegein
En de uren verstreken en ik reed in z'n een
En zo kropen wij verder Abcoude - Vinkeveen
Breukelen - Maarssen; ik denk: Krijg nou de pest
Daar liep het weer klem bij Utrecht-West
En toen nam ik de vluchtstrook en dat was een gok
Het was erop of eronder: een race tegen de klok
Maar nergens politie dus ik denk: Ik red het misschien
En het leek te gaan lukken: het was zeven voor tien
En de zon die ging op en de zon die ging neer
En toen stond het weer stil, voor de zoveelste keer
En voordat het donker werd moest ik er zijn
Bij m'n liefje, m'n liefje in Nieuwegein
En ik keek op het stadsplan, bevond mij dus hier
En ik moest naar de Arresleedrift nummer vier
En ik sprong in mijn wagen en het leek zo dichtbij
Maar ik kwam in een woonerf: de Dorstvlegelwei
Toen de Pimpelmeesburg - het Ratelslangspoor
De Parelhoenhof - ik denk: Hoe loopt dat hier door
De Kaasmakershorst - de Kafmolendreef
De Tinnengietersteede - als ik dit overleef
De Leerlooiersstate - waar ben ik nou weer
In de Vuurvliegwarande - m'n hart ging tekeer
De Vossebesgaarde - ja, die stad was geschift
Maar toen was ik er bijna... nee, de Disselsjeesdrift
En de zon die ging op en de zon die ging neer
En ik kwam dus te laat en toen zat ik daar weer
In de Bijlemerbajes - waar je eerder zal zijn
Dan in de Arresleedrift in Nieuwegein
paul van vliet - ah joh dat komt wel goed
Je voelt je ellendig
Je barst van het heimwee
Je klapt van de spanning
Waar moet je naar toe?
Je loopt tegen de muur op
Je bent aan het einde
Je weet niet meer wat
En je weet niet meer hoe!Ah joh, da's niet zo vreselijk
Ah joh, dat komt wel goed
Morgen dan ontbijt je
Zet je alles op een rijtje
Weet je wat jij doet?
Ga nou lekker slapen
Nergens meer aan denken
Ah joh, t'is niet zo vreselijk
Ah joh, dat komt wel goed!
Ik ben doodgelopen
Ik kriig geen lucht meer
Ik ben kapot en
Ik sterf van verdriet
Ik ben verslagen
Ik voel me verpletterd
Ik ben echt wanhopig
Zie je dat niet?
Ah joh, da's niet zo vreselijk
Ah joh, dat komt wel goed
Gewoon een nieuw behangetje
Een fris verfje in je gangetje
Weet je wat je doet?
Ga nou lekker slapen
Nergens meer aan denken
Ah joh, t'is niet zo vreselijk
Ah joh, dat komt wel goed!
En dat olievlekje?
Is maar een klein vlekje
Dat gif onder die huisjes?
Dat lag daar voor de muisjes
En voor jouw mongooltje?
Is er best een aardig schooltje
Dat ontwenningskuurtje?
Maar af en toe een uurtje
Seropositiefje?
Dat zijn er meer, m'n liefje
Maar luister nou, wat moet ik dan?
Neem een ander vrindje!
Ik voel dat ik niet verder kan!
Joh, zoek een ander kindje!
M'n hart gaat als een gek te keer!
Ah joh, dat duurt maar eventjes
Ik ben radeloos en kan niet meer
Ja joh, zo is het leven...
Ik zit volledig in de knoop!
Koop een rose brilletje
De dokter zegt: er is geen hoop
Dan neem je toch dat pilletje...
Ja, maar ik...
Sstt
Luister nou!
Sstt
Je ziet toch dat....
Sstt
Ah joh, da's niet zo vreselijk
Ah joh, dat komt wel goed
Een berichtje in je krantje
Met een mooi zwart randje
En wij zitten in de stoet
Vlak bij het ouwe kerkje
Daar krijg je een mooi zerkje
Daar kan je lekker slapen
Nergens meer aan denken
Dan ga je naar het hemeltje
En daar zit op zijn troontje
De vader met zijn zoontje
En daar komt alles goed
Ja, wij sussen alle nood
Want wij willen ook graag slapen
En nergens meer aan denken
Dus sussen we alles dood!
paul van vliet - arie
"Weet u wat het is, meneer?" vroeg de man naast mij aan de bar, "Het is allemaal
niks. Uiteindelijk is het allemaal niks."
Hij vroeg of ik iets wilde drinken
Ik bestelde een biertje en hij zelf nam een flesje Spa
"Ik mag niet meer drinken," zei hij met een verdrietige glimlach, "Dan maar
Spa-water. Dat je nog zover kan komen, dat je het laffe zweet van druipsteen
grotten gaat zuipen! Maar ik mag niet meer drinken, niet meer roken en niet
meer werken. Ik moet het kallem an doen. Ik heb strets. Dat komt zo, meneer
ik heb een garagebedrijf. Automobielen zijn leuk, maar die klanten maken je
hartstikke gek. Rustig sleutelen is er niet meer bij. Alles moet gauw-gauw
ze trekken de hele dag aan je mouwen en de wagen moet altijd gisteren klaar
zijn. Daar kan ik niet tegen, meneer. Ik hou van mijn vak en ik trek mij
alles altijd persoonlijk an. Dan ga je je opwinden en dan komt van het een
het ander. Je gaat meer roken, meer drinken en die koffieautomaat op de zaak
daar kon ik ook niet van afblijven. En zo ga je in de fout. Rooie vlekken in
mijn nek, zwetend slapen, nergens meer aardigheid in, hartkloppingen en
duizelingen. Toen zegt mijn vrouw: Arie, je moet naar de dokter voor het te
laat is. Je stelt het uit, meneer. Maar uiteindelijk ga je dan toch maar
Voor je eigen bestwil
Die dokter onderzoekt me en zegt: Arie, je hebt een onrustig hart en een te
hoge bloeddruk. Jij moet het es kallem an doen. Je hebt strets
Nou meneer, dat doe je dan. Alles heel kallem an. 's Morgens drie keer de krant
lezen en daarna je zelf overhoren of je het weerbericht al uit je hoofd kent
Je gaat je huisje opknappen. Ook heel kallem an. Ik heb mijn keuken geloof ik
zeven keer gewit. De kalk zit er drie vingers dik op. Een artistieke jongen
kan daar zo een gedenkplaat in uithakken
En dan verder een beetje in het bos lopen. Want daar word je een met de
natuur en daar word je kallem van, zeggen ze
Maar dat bos is ook niks. Moet je op zondagmiddag komen. Het lijkt wel of de
fabriek uitgaat. Daar loop je weer in de file. Goed, je zit dan wel niet
achter een vrachtwagen, maar je blijft wel mooi hangen achter een oud
vrouwtje. En dat kan je toch ook niet zomaar in het prikkeldraad douwen
Tenminste niet waar iedereen bij is. En dan maar weer naar huis. Je vrouw een
beetje helpen in de keuken. Ook heel kallem an. De capucijners een voor een
opzetten
Maar thuis is het ook niks, meneer. De kinderen zijn het huis uit. En ik heb
veel zorgen om mijn oudste zoon
Die jongen heeft een goeie kop met hersens. Hij heeft het Atheneum afgelopen
Hij heeft alle kansen gehad, die ik nooit heb gehad. Hij heeft een beurs
gekregen om te studeren. En nou is hij weer thuis. Om zichzelf te ontdekken
zegt ie. Hij zit de hele dag op zijn kamer met van die afgesleten tennis
schoenen en zo'n onbespoten brilletje: zichzelf te ontdekken
Ik zeg laatst: Jongen, ik zou er maar mee uitscheiden. Stel dat je jezelf
ontdekt en dat je tegen valt
En met mijn vrouw heb ik het ook moeilijk de laatste tijd. Ik begrijp het wel
want ik loop haar de hele dag voor d'r voeten en dat is ze niet gewend. Dus
die wou ook iets voor zichzelf. Die is nou bij de vrouwenbeweging
Ze vergaderen op dit moment bij mij thuis. En ik mag er niet bij zijn. Ik
bederf de stemming, zegt ze. Zeven stuks krijgen we er dan. Allemaal
strijdbare types. Het lijkt wel of je inkwartiering krijgt. En allemaal in
T-shirts zonder BH. Die hebben ze weggedaan. Uit solidariteit. Dat is niet
verstandig, meneer. Dat het gaat hangen, weten we allemaal. Als ik slechte
ogen heb, gooi ik toch ook mijn bril niet weg uit solidariteit met de
blinden
Ja, u lacht erom, meneer, maar als ik 's nachts in bed lig, dan gaat het
allemaal malen in mijn overspannen kop
Mijn zoon en mijn zaak waar ik niet naar toe mag en al die enge dingen die je
tegenwoordig hoort en leest. En dan voel ik me vaak zo beklemd, meneer. Dan
zou ik het liefste even op willen schuiven tegen moeders warme rug. Maar ik
wil haar niet wakker maken. Want ik denk dan: Blijf maar lekker liggen. Jij
moet morgen weer vroeg op om de wereld te hervormen. En ik vind het goed van
d'r. Ik heb daar respect voor. Als ze 's morgens de deur uit gaat, met zo'n
stevige stap en stencils onder haar arm, denk ik: Ga je gang maar, meisje
jij doet er wat an en van je Arie moet je het voorlopig toch niet hebben
Maar 's nachts, meneer. Dan gaat alles malen in m'n overspannen kop. Dat gaat
dat hart tekeer en dan zou ik best nog eens willen bidden. Hij moet toch
weten hou het moet? Hij gaat daar toch over? Maar weet u meneer, bidden? Ik
heb veertig jaar geleden voor het laatst gebeden, geloof ik. Als kind. Voor
het eten: Here-zegen-deze-spijs-en-dranken-Amen. Maar dat ging zo vlug, dat
herinnert Hij zich nooit. En dat kan je toch ook niet maken? Ineens na
veertig jaar aan komen zetten met: Ja, Lieve Heer, hier Arie. Herinnert U
zich mij nog van Here-zegen-deze-spijs-en-dranken-Amen? Hij zal mij aan zien
komen... Here-zegen-deze-spijs-en-drank... drank..."
Bij het woord 'drank' onderbrak hij zijn lange monoloog en likte aan zijn
lippen
Toen haalde hij diep adem en zei tegen de barman: "Max, geef mij een dubbele
jenever."
Toen hij zijn glas had gekregen, draaide hij het eerst heel lang rond
Toen keek hij omhoog en proostte in de richting van de hemel en zei: "Lieve
Heer, tot zo!"
paul van vliet - boven op de boulevard
Boven op de boulevard
Zitten hand in hand
Twee oude mensen bij elkaar
Kijken naar het strand
In de schaduw van het leven
In de kantlijn van de tijd
In gedachten
Zitten wachten
Op de eeuwigheid
En beneden ligt de kluwen
In een strijd op leven en dood
Zijn eigen ego op te duwen
Vechtend voor het bruinste bloot
Aandacht trekken nek verrekken
In het nieuwe jachtseizoen
Je bewijzen overseizen
Want je moet er veel voor doen
Om te scoren: borst naar voren
Adams grote egotrip
Modepose trucendozen
Langzaam kijken snelle wip
Roodgeschroeide wentelteven
Glimmen zwetend in de zon
Met protectiefactor zeven
Son O Tal en Sal O Ton
De relnicht en de winterschilder
De warme bakker van de hoek
De playboy en de bodybuilder
Onrust in de bandplooibroek
En boven op de boulevard
Bij een kopje thee
Twee oude mensen bij elkaar
Denken alle twee:
Het is niet leuk om te vergrijzen
Maar dat zo hevig in de weer
Zo nodig moeten, je bewijzen
Dat hoeft goddank niet meer
Waar de blanke top der duinen
Schittert in de zonnegloed
En de Noordzee vriend'lijk bruischend
Hollands smalle kust begroet:
Kleine tanga grote borsten
Moeder zoek en het kind vermist
Frikadellen vette worsten
Hond die op een handdoek pist
Oosterbuur in Unterhosen
Daar is nog een meter vrij
Ligt met z'n vriendin te vozen:
Varkenskop met coupe soleil
Surfer slaat op pier te pletter
Kleuterklas heeft hoge nood
Geef m'n schep terug vuile etter
Broertje drukt z'n zusje dood
Zanger breekt met 8 ampere
Zingend uit z'n onderlijf
Schel door de geluidsbarriere
Met z'n nieuw troetelschijf
Lekgeslagen opblaasboten
Achterhoofd met bloedend gat
Weer een middag naar de kloten
Je bent jong dus wil je wat!
En boven op de boulevard
Zitten hand in hand
Twee oude mensen bij elkaar
Kijken naar het strand
In de schaduw van het leven
In de kantlijn va nde tijd
Veel verloren
Maar gebleven
Is de tederheid
paul van vliet - de grote sterfscene
Een dolk doorklieft mijn ribbenkast
De dolk van een verrader
Dit is een laffe vadermoord
En helaas ben ik de vader
Het kwam van achteren op mij af
Mijn trouweloze zoon
En stootte met een laffe stoot
Zijn vader en de troon
Het staal drong in mijn zachte rug
En werd door niets gestuit
De punt van achteren erin
En van voren er weer uit
Toen klonk zijn akelige lach
En hij vluchtte ijlings heen
En met de kille adem van de dood
Liet hij mij hier alleen
De grote sterscene begint
En ik voel mij al wat zwakjes
Dus mensen: even geen gehoest
En geen gekraak met zakjes
Een dolk doorklieft mijn ribbenkasat
Het bloed dat spuit eruit
Maar ik houd nog aan het leven vast
En geef nog goed geluid
De schrijver heeft voor het doodgaan hier
Zes bladzijden gevuld
Dus blijf maar zitten waar je zit
Ik ben nog lang niet uitgeluld
Ik draai mijn rug nu naar de zaal
En krimp een beetje in
Dit ziet er belazerd uit
Maar het is pas het begin
Ik wankel, ik roep S.O.S
En zoek wanhopig steun
Ik dreig te vallen, richt mij weer op
Met kermen en gekreun
Dan ga ik naar de andere kant
Dit wordt mijn laatste gang
Maar nondeju, dat klereding
Die mantel is te lang
Ik struikel elke avond hier
Steeds op dezelfde plek
De vrouw die dit ontworpen heeft
Dat mens dat lijkt wel gek
Dan zak ik langzaam in elkaar
Verblind en op de tast
En vader denkt: Het stuk is uit
Ik haal de jassen vast
Nee, vader! Dat gaat zo maar niet
Blijf potverdomme hier
En zítten, want er komt nog meer
Ik leef nog een kwartier
Familie, priesters, edelen
Die komen aangerend
Met hele hordes treurend volk
Het wordt nog gezellig op het end
Zij krijgen allemaal een beurt
Voor elk een laatste woord
En al breekt mijn stem en floerst mijn oog
Ik ouwehoer maar voort
Wij naderen nu het einde
En het ademen gaat zwaar
Maar ik heb nog tien minuten
Ik ben nog steeds niet klaar
Er moet nog wat geregeld
Ik moet mijn erfenis nog kwijt
Maar we spelen ondertussen wel
Ruim in blessuretijd
De kring van mijn getrouwen
Die rond mijn sterven staat
Weet - hangend aan mijn lippen
Dat er nog iets komen gaat
Want geen vorst op deze wereld
Die weet hoe of het hoort
Verlaat dit ondermaanse
Zonder een laatste woord
Een laatste mooie volzin
Een opdracht aan het land
Een tekst voor de agenda's
Een spreuk voor aan de wand
Een laatste woord van wijsheid
Een woord van man tot man
Een slotwoord voor de mensheid
En hier komt dat slotwoord dan
Dat wereldwijd gezegde
Voor het citatenboek
'Pastis, c'est mourir un peu'
En langzaam zakt het doek
Ho jongens, wacht nog even
Ik met mijn stomme kop
Ik ben nog iets vergeten
Kom, haal dat doek weer op
Wanneer u deze voorstelling
Tot uw genoegen vindt
Aan de uitgang wordt gecollecteerd
Voor mijn weduwe en kind
En als u denkt: Wat prachtig
En u roept: Bis, meneer
Dan sterf ik met genoegen
Voor u een tweede keer
paul van vliet - de oude droom
Er was eens een droom en die droom leek vervlogen
En hij scharrelde eenzaam en oud door de stad
Door vrienden van vroeger verlogend bedrogen
Een karikatuur die zijn tijd had gehad
En die stokoude droom ging langs deuren van huizen
Waar ooit hij het stralende middelpunt was
Geliefd en aanbeden, een held in 't verleden
Met een kroon op zijn hoofd en met vleugels van glas
En hij nam ons mee, langs wegen van liefde
Naar hoog in de bergen, naar topen van kracht
En het uitzicht daarboven was niet te geloven
Zo mooi en zo ver en nog nooit zo bedacht
Maar die stokoude droom zwerft nu door de straten
Verhongerd, vermagerd, verarmd en half blind
Niemand heeft tijd om wat met hem te praten
Alleen af en toe nog een gek of een kind
Dus als je hem tegen komt een dezer dagen
Haal hem in huis, probeer het een keer
Geef hem een stoel en dan moet je hem vragen
"Hee ouwe droom, hoe zat het ook weer
Dat jij ons meenam langs wegen van liefde
tot hoog in de bergen, naar toppen van kracht
De wereld hervormen, de hemel bestormen
Met nieuwe ideeen, nog niet eerder bedacht
Want die stokoude droom heeft nog heel veel te geven
Hij heeft een geheim en dat zijn wij soms kwijt
Maar hij zal ons ook allemaal overleven
Hij is zo oud als de wereld, maar zo jong als de tijd
Maar je moet hem beschermen, je moet hem verzorgen
Je moet hem koesteren onder de zon
Je moet hem vertrouwen, en vandaag al of morgen
Weet je het weer waar het ooit om begon
Dan neemt hij je mee weer langs wegen van liefde
Tot hoog in de bergen, naar toppen van kracht
En daar zal dan blijken dat je verder kunt kijken
En hoger kunt reiken dan je ooit had gedacht
paul van vliet - de ruimte van je hart
De ruimte van je hart
Bepaalt de vrijheid van je leven
De ruimte van je hart bepaalt de
Warmte van je huis
Zolang je hart maar vol is heb je iets
Te geven
Aan de man en aan de vrouw
In je werk en bij je thuis
De warmte van je hart
Bepaalt de diepte van je liefde
Van de liefde die je krijgt
En de liefde die je geeft
De warmte van je hart bepaalt de
Warmte van je dagen
Voor de man en voor de vrouw
Met wie je werkt en met wie je leeft
In dit land
Dat zo klein is
Dat de dorpen en de steden in elkaar
Zijn doorgegleden
Als de vingers van mijn handen
Die ik samenvouw
In dit land
Dat zo vol is
Dat de wegen en de bermen bijna
Zwart zien van de zwermen
Moet je je hart beschermen
Want luister nou
De warmte van je hart
Bepaalt de vrijheid van je leven
De diepte van je liefde
En de warmte van je huis
Zolang je hart maar vol is
Kan je nog wat geven
Aan de man en aan de vrouw
In je werk en bij je thuis
paul van vliet - de sprookjes zijn de wereld nu wel uit
De sprookjes zijn de wereld nu wel uit
Dit is geen tijd voor vage toekomstdromen
Het antwoord op de grote vraag
Waar ligt nog het geluk vandaag
Zal digitaal uit de computer komen
De sprookjes zijn de wereld nu wel uit want
Repelsteeltje ligt nu ook in scheiding
De sterke reuzen van weleer
Die vind je bijna nergens meer
De dwergen hebben overal de leiding
De sprookjes zijn de wereld nu wel uit
De zeven geitjes spetteren in de Croma
Sneeuwwitje werkt bij Biotex
En in het bos geen toverheks
Dat mag niet zonder middenstandsdiploma
De sprookjes zijn de wereld nu wel uit
Doornroosje wil al voor het slapen vrijen
De wonderlamp van Aladdin
Hangt nu in ieder huisgezin
De Assepoesters komen uit Turkije
De sprookjes zijn de wereld nu wel uit
Roodkapje zit nu bij de Rooie Wijven
En Hans en Grietje, dat is waar
Maar statistisch kan dat niet meer lang zo blijven
De sprookjes zijn de wereld nu wel uit
Wie nu nog hogerop wil moet eerst loten
De koning heeft een zware baan
Met de keizers nieuwe kleren aan
Dus is hij depressief of aangeschoten
De sprookjes zijn de wereld nu wel uit
Want zwavelstokken zie je niet meer schijnen
Alleen nog bij die Tovenaar
Die met een simpel handgebaar
De wereld in een wolk kan doen verdwijnen
Een sprookje is de wereld nog niet uit
Waarin wij lang en gelukkig zullen leven
Niet van de broeders Grimm van toen
We moeten het nu zelf doen
Dat sprookje moet door ons worden geschreven
paul van vliet - de zee
De zee heeft me verteld dat ie zo moe is
Hij zei dat ie er zeer beroerd aan toe is
Hij zei "wat is daar toch bij jullie allemaal aan de hand
Wat doen jullie toch tegenwoordig allemaal op dat land"
Hij zei "er komen tegenwoordig steeds meer van die dagen
Dan kan ik alle vuile rotzooi haast niet meer verdragen"
Dat zei de zee die me vertelde dat hij moe is
Die zei dat hij er zeer beroerd aan toe is
Ik hoor dat er bij julie af en toe van een rapport verschijnt
Dat na de eerste onrust dan weer ergens in een la verdwijnt
Van de een of andere waardeloze functionaris
Die vanwege het toerisme niet wil weten dat het waar is
Dat het waar is, als ik zeg dat ik zo moe ben
Dat het waar is dat ik er zeer beroerd aan toe ben
Ja, vroeger vond ik het fijn wanneer het zomer was geworden
Met al die mensen en die kinderen dat was gezellig hoor
Maar nu heb ik vaak de neiging als ze komen
"blijf maar liever weg, niet te dichtbij want dat is slecht vooru"
Dat zei de zee die me vertelde dat hij moe is
Die zei dat hij er zeer beroerd aan toe is
In november en december wordt ik nog wel weer eens driftig
Maak ik me net als vroeger, nog wel weer eens giftig
Dan ram ik op die degelijke nieuwe deltadijken
En hoop ik dat ik iemand daarachter kan bereiken
Ik hoop dat er een paar mensen daar zullen zijn misschien
Die de reden van mijn radeloze woede willen zien
Maar het houdt niet op het gaat maar door, 't komt erger telkens terug
En ik denk dit heeft geen zin ik trek mij maar weer terug
Dat zei de zee die me vertelde dat hij moe is
Die zei dat hij er zeer beroerd aan toe is
En toen zweeg de zee, en ik stond er in die zomernacht
Ik zei "kan ik iets voor je doen misschien"?
De zee heeft even nagedacht en toen zei hij
"Kijk zo overbodig als het was in vroegere dagen
zo nodig is het nu om water naar de zee te dragen
Dat zei de zee die me vertelde dat hij moe is
Die zei dat hij er zeer beroerd aan toe is
Dat zei de zee die me vertelde dat hij moe is
Die zei dat hij er zeer beroerd aan toe is
Dat zei de zee die me vertelde dat hij moe is
Die zei dat hij er zeer beroerd aan toe is
Dat zei de zee die me vertelde dat hij moe is
Die zei dat hij er zeer beroerd aan toe is
En als de zee, de zee zegt dat hij moe is
Wil dat zeggen dat het land er zeer beroerd aan t
paul van vliet - deel twee
Er komt een dag - Er komt een nacht
Dat je verbijsterd stil blijft staan
Als alles anders dan je dacht
Of je verwacht had blijkt te gaan
Een ruw ontwaken uit een roes
En schrikken van de werkelijkheid
Die niet zo vrolijk blijkt te zijn
Als je geloofde voor die tijd
Die ene man - Die ene vrouw
Van wie jij altijd, tot voor kort
Zo zeker wist: "Ik hoor bij jou"
Als die ineens een vreemde wordt
Er komt een dag - Er komt een nacht
Dat alles, wat je zeker wist
Met de muziek verdwenen is
Verdwenen in een grijze mist
De tijd van toen: voorgoed voorbij
De toekomst lijkt een donker gat
Verdwalen in je eigen huis
Een vreemdeling in je eigen stad
Er komt een dag - Er komt een nacht
Dat het verandert om je heen
Omdat je ogen opengaan
Dan ben je voor het eerst: alleen
Het is even wennen aan 't idee
Maar je bent begonnen aan Deel Twee
paul van vliet - droom kind
Droom kind
Droom maar weg op de wind
Want jou wacht nog een leven vol zorgen
Droom kind
Droom maar weg op de wind
Maar geloof in het wonder van morgen
Als het najaar is gekomen
En het groen heeft meegenomen
Is dat niet voor lang
Als de natte kale takken
In de winterstormen knakken
Wees dan niet bang
Onontkoombaar zijn de grote dingen
De seizoenen laten zich niet dwingen
En het jaar dat gaat
In vaste regelmaat
Zijn eigen gang
Niemand is ooit in zijn leven
Zonder tegenslag gebleven
Of tegenwind
Niet je dromen die bedriegen
Maar de grote mensen liegen
Uit angst, mijn kind
Ook de dappersten zijn weggedoken
Ook het sterkste hart is soms gebroken
Want ons levenslied
Is vol verdriet m'n kind
Maar de liefde wint
Droom kind
Droom, kind, maar weg op de wind
Ook al wacht jou een leven vol zorgen
Droom kind en bij al wat je vindt
Geloof in het wonder van morgen
Want jij bent een wonderkind
paul van vliet - er hangt een huilbui als een onweer in elk van ons
Er hangt een huilbui als een onweer in elk van ons
Maar je houdt je flink, je houdt je in
Stel dat we dat niet deden kwam het met bakken naar beneden
Stond het water ons al heel gauw tot de kin
Om de dingen die wij slikken, waar wij stilletjes in stikken
Maar waar wij van blijven schrikken altijd weer
Kinderen niet geboren voelen nergens bij te horen
Hun jeugd voorgoed verloren, komt niet meer
Om die kans die is verkeken, om dat plan dat is blijven steken
Om het verzet dat is bezweken onder de tijd
Om de dromen uitgekomen; onze dromen, mooie dromen
Om illusies je ontnomen, kwijt
Hangt er een huilbui als een onweer in elk van ons
Stel dat wij ons een keer lieten gaan
Als de gene was verdwenen kreeg je het oeverloze wenen
Met het tranen dweilen met de open kraan
Om de drift die wij bedwingen, het verdriet dat wij verdringen
Om de dingen die niet gingen als gedacht
Die ontglippen en mislukken, die in scherven en in stukken
Door ons onbegrijpelijk drukken dag en nacht
Om een strijd voor niets gestreden, een geloof voor niets beleden
Om een onvoltooid verknoeid verleden tijd
Om dat steeds weer net niet halen
Om die internationale van het totale menselijk falen wereldwijd
Hangt er een huilbui als een onweer in elk van ons
Maar je houdt het leuk, je houdt je groot
Stel dat we het lieten lozen ging het hier gigantisch hozen
Dan had je alle dagen watersnood
Er hangt een huilbui als een onweer in elk van ons
Tranen als het water van de zee
En heel ons lange leven zal die boven blijven zweven
Drijft die huilbui als een onweer met ons mee
paul van vliet - er is nog zoveel niet gezegd
Er is nog zoveel niet gezegd
Er is nog zoveel doodgezwegen
Door jullie en door mij
In nachten dat wij wakker lagen
Op onvoltooid verloren dagen
Door jullie en door mij
Zoveel nog niet uitgesproken
Zoveel waarheid nog ontdoken
En het heeft zo voor de hand gelegen
Bij jullie en bij mij
Er is nog zoveel niet gezegd
Er is nog zoveel doodgezwegen
Weggestopt en opgekropt
Stilgesust en zoetgekust
Afgeschoven, weggewoven
Door jullie en door mij
Er is nog zoveel niet gezegd
Er is nog zoveel doodgezwegen
Door jullie en door mij
Er is nog zoveel blijven hangen
Stille drift, verdrukt verlangen
Van jullie en van mij
Zoveel grond nog niet ontgonnen
Zoveel plannen niet begonnen
Vragen die geen antwoord kregen
Van jullie noch van mij
Er is nog zoveel niet gezegd
Er is nog zoveel doodgezwegen
Wel gedacht maar niet verteld
Afgewacht en uitgesteld
Doorgeschoven, weggewoven
Door jullie en door mij
Cds paul van vliet á Venda